Het statuut van pleegouders was tot voor kort erg beperkt. Dit is gewijzigd in toepassing van art. 387octies B.W.
Op voorwaarde dat het kind gedurende ten minste 1 jaar voorafgaandelijk aan het verzoek geplaatst is in het gezin van de pleegouders, kunnen deze de Familierechtbank verzoeken om ook buiten het geval van dringende noodzakelijkheid de bevoegdheid te verkrijgen om belangrijke beslissingen te nemen omtrent de gezondheid, de opvoeding, de opleiding, de ontspanning, de godsdienst e.d. van het geplaatste kind.
Deze aspecten van het ouderlijk gezag kunnen dus aan de pleegouders worden gedelegeerd, volledig of gedeeltelijk. Ook de rechten en de plichten omtrent het beheer van de goederen van het kind kunnen aan de pleegouders worden gedelegeerd.
Hiertoe dienen de pleegouders een verzoekschrift te richten aan de Familierechtbank en moeten zij de concrete omstandigheden bewijzen Ć©n aantonen dat hun vraag in het belang van het minderjarig kind wordt gesteld. De Rechtbank onderzoekt het dossier en zal daarna bepalen of de volledige of gedeeltelijke ouderlijke bevoegdheid wordt gedelegeerd, dan wel over welke termijn.