Deze 4 zaken wijzigen door de nieuwe wet op het huwelijksvermogensrecht:
1. Schenkingen vervallen niet langer automatisch
Daar waar tot op heden echtgenoten bij een echtscheiding automatisch alle voordelen verliezen die ze elkaar bij huwelijksovereenkomst en sinds het aangaan van het huwelijk hebben toegekend (tenzij anders overeengekomen), wordt nu het automatisch verval van voordelen voortaan beperkt wordt tot de overlevingsrechten. Schenkingen vervallen niet langer automatisch.
2. Heling, sanctie en berouw
Tot nu werd heling alleen gesanctioneerd als het ging om goederen uit het gemeenschappelijk vermogen. Het toepassingsgebied wordt nu uitgebreid naar elke massa of elk vermogen dat tussen de echtgenoten bestaat: de gemeenschap, maar ook een onverdeeldheid of een verrekenmassa.
In het kader van het huwelijksvermogensrecht verliest de echtgenoot die schuldig is aan heling zijn aandeel in de geheelde goederen of waarden of wordt bij de berekening van de verrekenvordering gesanctioneerd ten belope van de geheelde goederen of waarden. Nieuw is dat de mogelijkheid tot berouw expliciet voorzien is: als de echtgenoot spontaan en tijdig de juiste en volledige informatie verstrekt of zijn valse verklaringen rechtzet, geldt de sanctie niet.
3. Preferentiële toewijzing gezinswoning, huisraad en beroepsgoederen
Preferentiële toewijzing bij echtscheiding kan enkel gevorderd worden bij een echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting en niet bij een echtscheiding door onderlinge toestemming: daar moeten de echtgenoten de eventuele preferentiële toewijzing zelf regelen in de regelingsakte.
De familierechtbank houdt bij haar beslissing voortaan rekening met de belangen van elke echtgenoot en met de financiële mogelijkheden van degene die eventueel de opleg moet betalen.
4. Billijkheidscorrectie op vraag van de benadeelde echtgenoot
De familierechtbank kan bij ontbinding van het huwelijk op grond van echtscheiding wegens onherstelbare ontwrichting aan de benadeelde echtgenoot een vergoeding toekennen ten laste van de andere echtgenoot wanneer de ontbinding van het stelsel van scheiding van goederen tot manifest onbillijke gevolgen leidt ten nadele van de verzoekende echtgenoot.
De vergoeding kan niet hoger liggen dan Ă©Ă©n derde van de nettowaarde van de samengevoegde aanwinsten van de echtgenoten op het moment van de ontbinding van het huwelijk. Van dat bedrag worden wel nog de persoonlijke aanwinsten van de verzoeker afgetrokken. De vergoedingsvordering wordt behandeld binnen de procedure van vereffening van het huwelijksstelsel.